The Island That Changes With The Tide
- Miyajima, Japan
- Apr 26, 2017
- 15 min read

Recognize the scenery above? It's one of the most famous images when it comes to Japan. Google Japan and this is what you'll encounter in hundreds of pictures: the giant torii (Shinto gate) in the sea. Even though I encountered it countless of times during my years of obsession for Japan, I never really bothered to find out where it was - somehow I never registered it as a place you could actually visit, that it was more than just a photo. Maybe I didn't even notice it was the same torii over and over again. Until I was planning the first few days of this trip and I learned that it was to be found on an island just off the coast of Hiroshima - it may even have been the reason I chose Hiroshima as our destination during our days alone! The island is called 厳島 (Itsukushima), but it's better known under the name of (宮島) Miyajima. And it has a lot more to offer than just a pretty torii in the sea!
Herken je het landschap in de bovenstaande foto? Het is één van de meest beroemde afbeeldingen als het om Japan gaat. Google Japan en dit is wat je verspreid over honderden foto's ziet: de gigantische torii (Shinto poort) in de zee. Ondanks dat ik hem talloze keren heb gezien tijdens mijn jarenlange obsessie voor Japan, heb ik nooit echt uitgezocht waar het ding stond - ik heb het al die tijd eigenlijk niet eens gezien als plaats die je daadwerkelijk kon bezoeken, alsof het niet meer dan een foto was. Misschien heb ik niet eens doorgehad dat het elke keer weer dezelfde torii was. Totdat ik aan het bekijken was waar we de eerste dagen heen zouden gaan, en ik erachter kwam dat deze torii op een eiland vlak voor de kust van Hiroshima staat. Mogelijk was het zelfs de reden dat ik Hiroshima heb gekozen als de plaats waar we onze dagen met z'n tweeën zouden doorbrengen! Het eilandje heet 厳島 (Itsukushima), maar het is beter bekend onder de naam 宮島 (Miyajima). En er is een hoop meer te zien dan alleen een mooie torii in de zee!

Today we got up earlier than yesterday, but we still didn't see much of Kana-san. She had left us a lovely Japanese breakfast on the table, consisting of rice, tofu, pickles, miso soup and iced tea. Our host herself wasn't much more than a constant flash, running to get her children all fixed up for school, feed us and clean the kitchen and living room before running off to work. What a busy life! We almost felt guilty while we finished our breakfast and started our descent to the station. We took the same train as yesterday, the JR Sanyo Line, but this time we remained seated until we reached Miyajimaguchi Station. The area around the station had a lovely seaside holiday feel to it. I could imagine the Japanese coming here to celebrate their few days off, just like the Dutch often go to the Waddeneilanden. The ferry service would be provided by JR - that's how I found out about the island in the first place, because it's the only ferry in the country which has free access with the JR Rail Pass - but we were having trouble finding out how we were supposed to go at it. When I asked the ticket lady about it, she told me that we were at the wrong entrance. Oh, there was another one? Silly me! Indeed, we had taken the left entrance, whereas the one we needed was hidden somewhere on the right. Lucky for us, that boat was already on this side, so we were good to go!

Vandaag stonden we een stuk eerder op dan gister, maar we kregen nog steeds niet veel van Kana-san te zien. Ze had een heerlijk Japans ontbijt voor ons op tafel gezet dat bestond uit gevulde rijst, tofu, pickles, misosoep en koude thee. Onze gastvrouw zelf was niet meer dan een constante flits die haar kinderen klaarmaakte voor school, ons ontbijt verzorgde en de woonkamer en keuken opruimde voordat ze naar haar eigen werk vloog. Wat een ongelofelijk druk leven! We voelden ons bijna schuldig terwijl we rustig ons ontbijtje aten en aan de afdaling naar het station begonnen. We namen dezelfde trein als gisteren, maar dit keer bleven we zitten tot het station van Miyajimaguchi. De omgeving van het station had echt een sfeertje van een vakantie aan zee; ik kon me zo alle Japanners voorstellen die hier in de zomer een paar dagen vrij komen vieren, net zoals Nederlanders wel eens naar de Waddeneilanden gaan. De veerdienst zou uitgevoerd worden door JR - zo kwam ik achter het bestaan van Miyajima, omdat deze veerdienst de enige in het land is die vrij toegankelijk is met de JR Rail Pass - maar we hadden wat moeite met uitvinden hoe dat nu eigenlijk in zijn werk ging. Toen ik het de kaartverkoopster vroeg, vertelde ze me dat we bij de verkeerde ingang stonden. Was er nog een dan? Da's best dom! En inderdaad, we hadden de linker ingang genomen, terwijl er rechts nog eentje verstopt bleek te zitten. Gelukkig lag deze boot al klaar om te gaan!

Q: How many Japanese does it take to change three lightbulbs? A: Three and a supervisor. Not even kidding.
The famous torii was already visible from the other side, and it was spectacular to watch it grow closer during the boat ride. No less spectacular was the promise of the rest of the island - the green mountains were towering high, and other landmarks like pagodas could be seen from afar. The ferry took a touristic route past the island for a bit before we reached the docks. Even so, we set foot on the island of Miyajima after no more than 20 minutes. We were immediately greeted by herds of schoolkids, tourists (I even heard Dutch - very uncool!) and herds of - who'd have thought? - deer! Now I knew Nara was famous for its wild deer, but I had no idea Miyajima was another place like that. What a nice surprise! The animals were lazily lying around under the trees and on the pavement, and didn't seem to care in the slightest about the amount of people invading their home. I guess they've been used to it for ages. Cute!

De beroemde torii was al vanaf de andere kant te zien, en het was spectaculair om hem steeds dichterbij te zien komen. Niet minder spectaculair was de belofte die de rest van het eiland ons maakte - de groene bergen rezen hoog boven de zee uit, en andere bezienswaardig-heden als pagodes konden al van ver onderscheiden worden. De veerboot nam een toeristische route langs het eiland voordat we het haventje bereikten. Desondanks stonden we in minder dan 20 minuten op het eiland Miyajima. Daar werden we direct begroet door kuddes schoolkinderen, toeristen (ik hoorde zelfs Nederlands - niet tof!) en - wie had dat gedacht? - kuddes herten. Nu wist ik wel dat Nara bekend stond om haar wilde herten, maar ik had geen idee dat Miyajima nog zo'n plek was. Leuke verrassing! De dieren lagen her en der verspreid onder de bomen en op het voetpad, en leken zich niet om de drommen mensen te bekommeren. Ze zullen er wel allang aan gewend zijn. Wat schattig!
Our overall impression: if you want to see Japan how you expected it, Miyajima is your place to start. After the torii in the sea there was the shrine that was built on water, several pagodas, authentic looking shopping streets, parks and buddhist temples. We climbed the mountains and enjoyed the views everywhere... this island's truly got it all. At one point I even seemed to have become an attraction myself - as soon as I got just the tiniest bit seperated from my mother, a group of school boys swarmed around me and wanted to take pictures with me. Should I feel flattered or creeped out? I'm still not sure, but it was funny alright!

Onze indruk van het eiland: als je Japan wil zien zoals je het verwacht had, dan is Miyajima dé perfecte plek om te beginnen. Na de torii in de zee kwam de schrijn die gebouwd is op het water, een aantal pagodes, authentiek uitziende winkelstraatjes, parken, en boeddhistische tempels. We beklommen de bergen en genoten van het uitzicht op elke nieuwe plek... dit eiland heeft werkelijk alles. Uiteindelijk leek ikzelf zelfs even een bezienswaardigheid te zijn - toen ik ook maar een beetje wegdwaalde van mijn moeder, zwermde er een hele groep schooljongens om me heen die allemaal met me op de foto wilde. Schattig of ontzettend creepy? Ik ben er nog steeds niet helemaal uit, maar wij vonden het in ieder geval hilarisch!

Every bit of the island is stunningly beautiful in its own way, but of course, we had our favourites. One of those favourite bits was the waterfall next to the Buddhist temple Daishō-in. The temple itself is absolutely massive and one of the biggest I've seen up to now - and since it's hidden in the mountains, its grounds also count to one of the most beautiful temples I've ever seen. It's filled with several tiny temples that seem to be dedicated to more than one deity, and there are statues everywhere. Also stairs, a lot of stairs, just sayin'. Not just the temple though. The whole island. Lots of climbing. Not good. Ahem, so, beautiful temple, well worth a visit. Anyway, when I went for a bathroom visit (with unfathomable cold seats, in Japan, can you even imagine) I heard something that sounded like a waterfall. Yes, yes, very convenient, I know. I couldn't see it from where I was, but I love me a good waterfall, so we went on a hunt. We eventually found it when we exited the temple and went just a little to the right and up some more stairs (of course). It wasn't a very big waterfall, but being Dutch we haven't seen many yet, and we were totally mesmerized! The stream was very pretty, shallow and strewn with rocks. The water was so clear I even decided to drink it - deliciously refreshing! A bit reluctant to leave this beautiful place behind, we left to explore the rest of the island. There was so much left to see, after all!

Elk stukje van het eiland is beeldschoon op zijn eigen manier, maar natuurlijk hadden ook wij onze favorieten. Eén van die favoriete stukjes was de waterval naast de boeddhistische tempel Daishō-in. De tempel zelf is werkelijk gigantisch, een van de grootste die ik tot nu toe heb gezien - en omdat hij midden in de bergen verstopt zit, telt hij ook nog eens als een van de mooiste. In de tempel zijn meerdere kleine tempeltjes te vinden die allemaal aan een andere verschijning lijken te zijn toegewijd, en overal staan standbeelden. Ook een hoop trappen, echt heel veel trappen. Geen grapje. Niet alleen in de tempel. Over het hele eiland. Heel veel klimmen. Minpunten voor Miyajima. Ahem, mooie tempel dus, zeker bezoeken. Hoe dan ook, toen ik in een klein gebouwtje het toilet een bezoekje bracht (met serieus koude wc-brillen, niet normaal, en dat in Japan) hoorde ik iets dat bijzonder veel op een waterval leek. Ja ja, komt goed uit als je naar de wc gaat, ik weet het. Vanuit het gebouwtje kon ik helaas niet zien waar het geluid vandaan kwam, maar ja, ik ben gek op watervallen, en dus gingen we op jacht. Uiteindelijk vonden we het toen we de tempel verlieten, naar rechts gingen en maar weer eens wat trappen opliepen. Het was geen bijzonder grote waterval, maar als Nederlanders hebben we er nog niet zo veel gezien, en was deze maar wat mooi! Het bijbehorende stroompje was erg schattig, ondiep en bezaaid met keien. Het water was zo helder dat ik het er zelfs op waagde om te drinken - heerlijk verfrissend! We stonden niet te trappelen om er weg te gaan, maar ja, er was nog zo veel te zien op het eiland. We hadden tenslotte maar één dag!

We'd heard that there was a cable car that would take you to the top of the mountain, and we were eager to see more, so we climbed all the way up to the station. Signs in the village promised us it would be no more than a 10 minute walk (7 if run a little!) but obviously, they lied. It didn't matter though, because the walk led us through a beautiful park and through the woods. The surroundings on the island are really nothing short of amazing, I keep saying it. Less amazing were the blisters that started to form on my feet - I was beginning to realise my choice of shoes was a very bad one. I would deal with that problem later, though. First, we wanted to get up to that cable car station! A few kilometres through the woods (well actually I'm not sure, but that's what it felt like), a bumblebee-rescue-operation and several stairs later, we finally arrived. As we were catching our breath, we checked out the price list - and immediately needed to catch our breath again. Such prices! I understand tourist prices you know, and I'm more than willing to pay for a good experience. But ¥1,800 per person is going too far for us, especially since the time of the last boat was drawing nearer. Disgruntled, we prepared for the walk back down to the villages. After we descended down the stairs, we walked straight into a shuttle bus. Was that thing there before? Apparently, yes: it would take tourists up to the station and back down again. Noted for next time! We crammed into the bus and enjoyed a rather wild ride down. Love it!
We hadden ergens gehoord dat er een kabelbaantje zou zijn dat vanaf halverwege de berg naar de top zou gaan. We wilden graag meer van het eiland zien, dus begonnen we maar aan de klim naar het station. De bordjes in het dorpje beloofden ons dat het maar 10 minuten lopen zou zijn (7 if run a little!), maar natuurlijk logen die dingen dat ze barstten. Maar dat gaf helemaal niets, want we liepen door een prachtig park en daarna door een beeldschoon bos. De omgeving op dit eiland is werkelijk adembenemend, ik blijf het zeggen. Wat minder tof waren de blaren die zich op mijn voeten begonnen te vormen, en ik realiseerde me dat deze schoenen misschien niet de beste keus waren geweest. Maar dat was van later zorg. Eerst wilden we naar dat stationnetje! Een paar kilometer (nou ja, dat weet ik niet precies, maar zo voelde het), een hommel-reddingsoperatie en een aantal trappen later, kwamen we eindelijk aan op het station. Terwijl we op adem stonden te komen bekeken we de prijslijst - en konden direct opnieuw beginnen. Wat een prijzen! Ik begrijp toeristenprijzen heus wel, en ik heb best wat over voor een leuke ervaring, maar ¥1,800 p.p. werd ons toch echt te gortig, zeker omdat de dag al tegen z'n eind liep. Een tikje ontdaan gingen we maar weer op weg, terug naar het dorp. Nadat we de trappen weer hadden gehad, liepen we recht tegen een pendelbusje aan. Goh, was die er net ook al? Blijkbaar wel: hij bracht de hele dag door toeristen naar het stationnetje en weer terug. Goed om te weten voor een eventuele volgende keer! We propten onszelf in het busje en genoten van het tamelijk wilde ritje naar beneden. Heerlijk!
We decided to go back to the shrine on the water, because we had skipped that earlier to save time. But - what the hell - it was no longer on the water. Excuse you? How did that happen? Walking a bit further, we got our answer: it was connected to the tide. The giant torii, that was so famous for being smack-dab in the sea, now also stood on dry(ish) ground. Incredible! We hopped down onto the brand new beach and could walk straight under it. My, that thing really is massive! We stood mesmerized once again. But what was even more surprising than the low tide, were the local people that sat down everywhere with buckets and scoops, digging into the sand. What were they doing? I walked over to a nearby elderly couple and tried to get them to talk. At first they ignored me, but warmed up when they noticed I managed a bit more Japanese than just 'konnichiwa'. They explained to me that they were digging up cockles and whatever seafood they could find to make a fresh soup tonight. During the low tide, the shells were up for grabs everywhere. I checked the ground beneath my feet, and who would have guessed - indeed, it was teeming with life! I was very content with this glimpse into local life, and with the nice conversation I had with the elderly couple. We kept watching our step the rest of the way, though...

We besloten terug te gaan naar de schrijn op het water. Deze hadden we namelijk eerder op de dag links laten liggen om tijd te besparen. Maar wat de hel - er was geen water meer te bekennen. Pardon? Wat is hier gebeurd? Een stukje verderop kregen we ons antwoord: het water bij de schrijn stond in verbinding met het tij. De gigantische torii, die zo beroemd was omdat hij in het water stond, stond nu het eb was op (bijna) droge grond. Fantastisch! We huppelden het splinternieuwe strand op en liepen er zo naar toe. Jeetje, dat ding is echt reusachtig! Voor de zoveelste keer vandaag stonden we even met open mond. Maar wat nog verrassender was dan het lage tij, waren de vele Japanners die over het hele strand verspreid zaten met een emmer en een schep. Wat waren ze in vredesnaam aan het doen? Ik liep naar een ouder echtpaar toe en probeerde een praatje aan te knopen. Eerst besloten ze me te negeren, maar toen ze merkten dat ik verder kwam dan alleen 'konnichiwa', warmden ze wat op. Ze legden me uit dat ze aan het graven waren naar kokkels en andere schelpdieren waar ze vanavond een verse soep van konden trekken. Tijdens het lage tij lag de grond er rijkelijk mee bezaaid. Ik keek naar beneden en waarempel, overal zag ik kleine beestjes bewegen! Ik was erg in mijn nopjes met deze blik in het dagelijks leven van de Japanners op Miyajima, en dat ik het voor elkaar had gekregen met ze te praten. De rest van de weg keken we overigens wel goed uit waar we onze voeten neerzetten...

The locals digging for their soup ingredients wouldn't be the only ones with a full stomach tonight: local foods were abundant on this island. You could get soft, signature momiji leaf-formed cakes everywhere with the most delicious fillings - yum! We tried adzuki bean, peach jam and cheese filling - each as delicious as the other. Of course, on an island like this, seafood is on the local menu. Even though I'm not too fond of seafood, I got tempted by the freshly caught grilled oysters - and I may have slightly regretted it, because oysters evidently really aren't my thing. Ah well, at least I can say that I tried! The last thing I ate to satisfy my appetite before we got on the boat back to the mainland, was a fishcake with asparagus (and again, seafood). As it was deep fried, the fish taste wasn't so overwhelming, and even my mother liked it. And the fishcake vendor seemed to like my mother, because he insisted on having his picture taken with her. Just look at that happy face!

De mensen die aan het graven waren naar ingrediënten voor hun soep waren niet te enigen die vandaag een volle maag zouden hebben: voor lokale gerechten hoefde ik niet ver te zoeken op dit eiland. Het signatuurcakeje in de vorm van een momijiblad kon je werkelijk overal vinden. Ze hadden de meest heerlijke vullingen! Wij probeerden de adzukibonen-, perzikjam- en kaasvullingen, elk even lekker als de vorige. Op een eiland als dit stonden vis en zeevruchten natuurlijk ook op het menu. Ondanks dat ik niet zo'n fan ben van eten dat zijn leven in de zee heeft doorgebracht, werd ik verleid door versgevangen, gegrilde oesters - en daar heb ik misschien een beetje spijt van gehad, omdat oesters blijkbaar echt mijn ding niet zijn. Nou ja, ik kan in elk geval zeggen dat ik het geprobeerd heb! Het laatste dat ik kocht om mijn honger te stillen voordat we op de boot terug naar het vasteland zouden stappen, was een 'viscake' met asperges (hoppa, weer die vis). Het ding was gefrituurd, dus de vissmaak was niet zo ernstig aanwezig, in zoverre dat zelfs mijn moeder het wel wat vond. En de viscakebakker vond op zijn beurt mijn moeder wel weer wat, want hij stond erop met haar op de foto te gaan. Kijk die blije bakkes toch eens!
Once we were back in Hiroshima, we decided to end this day with okonomiyaki. This was our last day in this city, after all - and up to now I had only tried Osaka-style okonomiyaki, not Hiroshima-style. I couldn't let this chance go to waste! Finding the dish proved more difficult than we had initially thought, though - I don't think we would have found it if someone from another restaurant hadn't shown us the way. A typical example of Japanese politeness: the guy tried to lure us into his fish restaurant, but when we stated we didn't like fish and really just wanted okonomiyaki, he gracefully told us which road we should take to find it. It seemed to be a bit of a dodgy restaurant, but hey, I had my okonomiyaki. My mother, being not so hungry, got her first serving of gyoza ever. It may not have been the best quality ever, but we both enjoyed our dinner. But much to our host's disappointment, I have to admit I like Osaka-style okonomiyaki best. I'm truly sorry, Kana-san.

Eenmaal terug in Hiroshima, besloten we de dag af te sluiten met okonomiyaki. Het was immers onze laatste dag in deze stad - en tot nu toe had ik alleen nog maar de okonomiyaki in Osaka-stijl gegeten, nog niet de Hiroshima-stijl. Deze kans kon ik niet laten schieten! Het vinden van dit gerecht was echter moeilijker dan ik had verwacht - ik denk niet dat we het zouden hebben gevonden als iemand van een restaurant ons niet de weg had gewezen. Dat is wel echt een typisch voorbeeld van de Japanse beleefdheid: de beste man probeerde ons zijn visrestaurant in te lokken, maar toen we zeiden dat we niet van vis hielden en eigenlijk gewoon okonomiyaki wilden, vertelde hij ons zonder te twijfelen welke weg we dan zouden moeten nemen. Het was een beetje een achterbuurttentje, maar hey, ik had m'n okonomiyaki. M'n niet-zo-hongerige moeder zette voor het eerst haar tanden in een bordje gyoza. Het was dan misschien niet de beste kwaliteit ooit, maar we hadden allebei een prima dinertje. Tot de grote teleurstelling van onze gastvrouw moet ik helaas toch bekennen dat ik de okonomiyaki in Osaka-stijl lekkerder vind. Sorry, Kana-san.
Comments