Kaesong ✩ Panmunjom Pt. 2: The KPA Version
- Kaesong, North Korea
- Sep 16, 2018
- 12 min read

[Lieve allemaal: excuses. Alweer. Dag 2 & Dag 3 van onze DPRK-reis nemen nog ietsje langer in beslag. We beginnen voor het gemak even met Dag 4. Geduld, geduld! Ook Panmunjom Pt. 1 - The ROKA Version, is nog onderweg. Chronologie staat niet in mijn woordenboek.]
Hoe komt het toch dat altijd als ik een berg beklim in Korea, ik op een pad terechtkom dat eigenlijk een droogliggende rivier is? Dit keer kwam het door overstromingen. Ja, doordat de boel overstroomd is, moeten wij door een droogliggende rivier banjeren. Klinkt logisch, toch? Ach, logica is wel eens ver te zoeken, hier in dit rare land. Het was weer een bijzondere dag, zullen we maar zeggen. De bijzondere dag waar dit allemaal om begonnen is, trouwens: vandaag gaan we ook naar de DMZ, oftewel de grens met Zuid-Korea, waar ik bijna een jaar geleden aan de andere kant stond...
Een bijzondere dag die om 08:00 gehaast begint: ik was natuurlijk weer wat laat, en was nog niet aan ontbijt toegekomen. Ms. Ri zegt dat ik wel moet eten voordat we gaan, dus ik ren gauw de ontbijtzaal in om een paar stukjes toast met boter te besmeren. Okay, check. We springen de auto in, en daar heb ik uitgebreid te tijd om m'n toast weg te werken: we zijn namelijk onderweg naar Kaesong, tegen de grens met Zuid-Korea aan, dus we zitten nog wel zo'n 2,5 uur in de auto. Even een dutje, dan komen we er vanzelf...

Drie controleposten later komen we aan in Panmunjom. Kaesong zelf laten we nog even links liggen [letterlijk, want we rijden er aan de rechterkant langs], want Panmunjom is waar we in eerste instantie voor komen. Misschien ken je de naam wel? Ik ben er vorig jaar ook geweest, maar dan vanuit Zuid-Korea. Die blog heb ik nog niet online durven zetten, omdat ik bang was dat ik dan Noord-Korea misschien niet in kon komen. Nu kan het eindelijk, dus verwacht 'm binnenkort! Panmunjom is ook wel bekend als The Peace Village: het is de plek waar de twee landen samenkomen, de enige grensovergang in de Demilitarized Zone [DMZ]. Korte uitleg: de DMZ is een strook over de breedte van het hele schiereiland, twee kilometer lang, één kilometer in elk land. De grensovergang zelf is zwaarbewaakt: niemand mag over de lijn. Zo nu en dan probeert iemand het, en die wordt dan neergeschoten. Dolle boel. In het midden staan een paar blauwe gebouwtjes: áls er eens een overleg tussen de twee landen wordt gehouden, dan is dat daar. Beide kanten hebben een enorm [vrijwel leeg] gebouw aan elke kant staan. Zo heeft Zuid-Korea de Freedom Building, waar ik vorig jaar doorheen ben gelopen, en Noord-Korea heeft Panmunjom Pavilion, waar ik dit jaar hopelijk doorheen mag. Ik ben zó ontzettend benieuwd naar de andere kant van het verhaal! Helaas valt het voor mij wat tegen: de tour aan de Zuidkant is veel uitgebreider, en er wordt heel wat meer informatie verschaft. Maar voor Tom is dit natuurlijk al spectaculair genoeg, want dit is de eerste keer dat hij het ziet.

Als we aan komen tuffen met ons busje worden we eerst uitgezet in het souvenierwinkeltje; daar kan je amper je achterwerk keren, want het staat er helemaal vol met schreeuwende Chinezen. Gauw wat aankopen doen en weg hier! In een ruimte ernaast krijgen we uitleg over de indeling van de DMZ, en dan mogen we terug de bus in. Terwijl we staan te wachten op het busje, komt de lokale gids [een soldaat met een fraai uniform, dus waarschijnlijk een hoge meneer] naar onze gidsen toelopen en zegt iets in het Koreaans, waarbij hij heel zelfvoldaan kijkt. Onze gidsen giechelen en vertalen: "Hij zegt dat Nederlanders normaal heel groot zijn, maar jullie zijn klein". Och ja, díe hadden we deze vakantie nog niet gehad! Wat dat betreft zijn al die landen één pot nat. Nadat we ons hebben laten beledigen door deze Noord-Koreaanse officier (durf maar eens iets terug te zeggen!), worden we naar de Armistice Building gebracht. Hier begint de soldaat op te scheppen over dat ze de Amerikanen hierheen hebben laten komen om zich over te geven. De Amerikanen voerden op die dag de vlag van de Verenigde Naties, omdat ze zich teveel zouden schamen, en daarom niet de vlag van de Verenigde Staten wilden gebruiken. Die vlag hebben ze daar achter gelaten, omdat ze uit schaamte zo snel mogelijk de benen zouden willen nemen. We snappen jullie punt, lieve Koreanen, maar overdrijven is ook een vak.

Dan komt de grote klapper: ineens staan we aan de voet van Panmunjom Pavilion, en kijken we uit op de Demarcation Line [de beruchte lijn waar niemand overheen mag]. Ik verwacht de blauwe gebouwtjes in te gaan, net als vorig jaar, maar in plaats daarvan gaan we Panmunjom Building in, naar boven. Cool! Dat deden we vorig jaar aan de andere kant dan weer niet. Het gebouw zelf is dus vrij leeg, maar we lopen direct door naar het balkon. Dat is een mooi uitzicht: vanaf hier kan je de beroemde vlaggen zien [Koreaans wedstrijdje "die van mij is groter dan die van jou"] en een klein stukje Zuid-Korea in kijken. Raar idee dat ik daar vorig jaar zelf dus heb gestaan. Het is zó dichtbij, en toch kan ik er niet naartoe terug. Gek, hè? Vanaf hier heb je ook een mooi uitzicht op de gebouwtjes en de bijbehorende soldaten: volgens onze gidsen is dit de enige plek in de DPRK waar het toegestaan is om foto's van soldaten te maken. Ik hoop het; we zullen het zien bij de grens! Het valt me vanaf hier op dat de soldaten bij de gebouwen hun formatie hebben veranderd. Toen we beneden stonden, stonden alle soldaten nog met hun gezicht naar het bordes waar wij stonden gedraaid, en nu niet meer. Ik vraag aan Ms. Yang waarom dat is. "Dat is voor jullie veiligheid", zegt ze betekenisvol. "Voor onze veiligheid?", vraag ik verbaasd. "Moeten ze dan niet juist Zuid-Korea in de gaten houden?" Ms. Yang kijkt me nogmaals betekenisvol aan en dan valt het kwartje. Oh...'Onze veiligheid' wil zeggen dat ze staan te koekeloeren om te voorkomen dat iemand de benen neemt. Duidelijk. En dan is het alweer tijd om te gaan. Eenmaal buiten krijgen we het voor elkaar om met de lokale gids op de foto te gaan, maar ik mag geen foto van hem alleen maken. Toch gaaf dat we íets hebben. "Okay, nu gaan we lunchen", zegt Ms. Yang ineens. Was dit het..? Blijkbaar wel. Dit was het. Ik zeg maar niet dat die van Zuid-Korea groter was.

De DMZ is de enige plek waar we foto's mogen nemen van soldaten en ander militair geneuzel.

Lunch krijgen we nog wel hier in de DMZ. Wanneer we aankomen worden we naar onze privékamer begeleid en bediend door militaire dames. De lunch wordt geserveerd in bronzen bakjes: okay, dat ziet er wel heel chic uit. De hoeveelheden zijn dit keer gelukkig wat minder en wat er staat is best lekker. Er zit dit keer zelfs een soort van toetje bij: plakkerige, traditioneel Koreaanse koekjes die ik al wel eerder heb gegeten, maar waarvan ik de naam ben vergeten. Gefrituurd, maar best smakelijk. Ook staat er nu voor het eerst een klein kommetje soju bij, maar daar pas ik voor. Ik stort me wel op het bakje met aardappelchips dat ernaast staat...

Volgende stop is het Goryeo Museum, een soort van openluchtmuseum dat gebouwd is in een verjaarde universiteit van meer dan 1000 jaar oud. De gebouwen en de omgeving zijn werkelijk prachtig, en terwijl we daar rondlopen wordt er een trouwfotoshoot gehouden. De bruid heeft weer een prachtige traditionele jjeokgeori aan, dus ik maak stiekem snel een paar foto's voor we in één van de gebouwen naar binnen gaan. Binnenin is het echt een museum: er staan enkele archeologische vondsten opgesteld in vitrines en er zijn wat oude schilderingen te zien. Opvallend is de poster met een prijsschema uit die tijd: er is een afbeelding te zien van een vrouw, een man, een oude man met een kind en een os. Bij elk plaatje staat een prijs. De prijs van de os is opmerkelijk veel hoger dan de prijzen die bij de mensen staan: de os is 400, de vrouw 120, de man 80 en de oude man en het kind 50. Ms. Yang is degene die ons op dit moment de rondleiding geeft, dus we vragen haar ernaar. Zij antwoord doodleuk dat de os gewoon meer waard is dan de 'bediendes' omdat ie meer kan. Nog altijd is een os ontzettend belangrijk in de cultuur en is het verboden er eentje te stelen of te doden. De vrouw is duurder dan de andere mensen, omdat ze kinderen kan baren. Ondanks dat Ms. Yang het steeds over 'bediendes' heeft, hebben wij het vermoeden dat het om wat anders gaat. Op de vraag of het over slaven gaat, antwoord ze zonder blikken of blozen"ja". Om te beginnen is het voor mij een verrassing dat er in de Goryeo-dynastie echt sprake was van slavernij, maar het is vooral de manier waarop zij het zo normaal lijkt te vinden die me raakt. Normen en waarden in dit land zijn stiekem écht heel anders dan bij ons, blijkt.

Ook het volgende punt op ons reisschema wordt verrassend luchtig over gedaan. We gaan namelijk naar een zeer klein, stenen bruggetje, maar wel een bruggetje met een verhaal: hier is namelijk ooit iemand vermoord die loyaal was aan de koning, iets dat een andere partij niet kon hebben of zo. Dus die andere partij heeft er een huurmoordenaar opgezet die op dit specifieke bruggetje de man met zwaarden om het leven heeft gebracht. Nu wil het geval dat er een soort van rode vlek op het bruggetje te zien is: het is de bedoeling dat je gelooft dat dit het bloed van de vermoorde man is, dat nog altijd rood is door alle loyaliteit die de goede man had jegens zijn koning. Moraal voor de kleine Koreaantjes: het is goed om te sterven voor loyaliteit. Perspectief is een interessant iets.

En door, want we hebben nog veel te zien! Nu gaan we een stukje verderop het mausoleum van Koning Wang bezoeken, de eerste koning van de Goryeo dynastie. Zo'n koning wil natuurlijk altijd zo hoog mogelijk liggen, zelfs als ie dood is, dus moeten we er een flinke trap voor op. Het gebied is hier wederom spectaculair. In de verte wordt er door Ms. Yang een berg aangewezen. "Zie je die pyramidevormige berg daar? Daar hangt een grappig, maar sip verhaal aan. De koning was op zoek naar de allerbeste plaats voor zijn mausoleum, dus huurde hij alle feng shui-experts in het land in om een goede plek te zoeken. Maar telkens als hij niet tevreden was met een plek, liet hij de feng shui-expert executeren. Op een dag wees een feng shui-expert hem die berg. Omdat het een flinke klim naar boven was, sprak hij met zijn soldaten af dat als hij niet tevreden zou zijn, hij met zijn zakdoek zou wapperen, zodat ze de expert meteen zouden executeren. Hij klom op de berg naar boven, en zag vanaf die berg deze plek liggen, en was er meteen helemaal weg van! De tranen sprongen hem in de ogen, zo mooi vond hij het. Hij pakte zijn zakdoek om het zweet van zijn voorhoofd te vegen, en klom weer terug naar beneden. Eenmaal beneden vroeg hij waar de expert was om hem te belonen; maar helaas, de soldaten hadden zijn 'teken' met de zakdoek gezien, en hadden hem al vermoord." Sip verhaal is het zeker, grappig wat minder. Deze trap was ook niet grappig, maar het uitzicht van bovenaf was ontzettend mooi. Het mausoleum zelf konden we niet in, dus dat zag eruit als een ronde grasheuvel met allerlei beelden eromheen. Dit is dus een typerend mausoleum voor de Goryeo-dynastie - toch erg interessant!

Gelukkig maar dat het interessant was, want hierna volgde direct nóg een mausoleum. Dit keer was ie nog iets unieker, want het was een dubbele: deze koning was zelf architect, en zijn vrouw overleed eerder dan hij, dus heeft hij een tombe ontworpen waarbij ze tot in de eeuwigheid nog samen zouden kunnen zijn. Hij had zelfs een luikje ontworpen zodat ze nog met elkaar zouden kunnen 'babbelen'. Van de binnenkant van dit mausoleum was een reconstructie gemaakt in het Goryeo Museum, dus die hadden we al kunnen bekijken. Hij was alleen leeg, en één van de muurschilderingen was verwoest, want in de tijd van de Japanse bezetting hadden de 'Japs' [zoals ze hier constant vijandig genoemd worden] geprobeerd in te breken om de schatten te stelen. Ze hadden de ingang echter niet kunnen vinden, dus hebben ze de boel maar gewoon opgeblazen. Jammer. Hoe dan ook, de buitenkant zag er aardig hetzelfde uit als het vorige mausoleum: rond, gras, veel beelden, mooi uitzicht. Het enige verschil was dat er twee heuvels lagen. Op beide heuvels was geen schaduw te bekennen: de zon begon nu ook wel aardig haar tol te eisen...

Mensen op straat mochten we eigenlijk niet fotograferen, maar dit wilde ik er toch even op hebben: boeren legden voedsel (hier paddestoelen en maïs) te drogen op de weg.

Het verbaasde me ook eigenlijk niet dat ik onderweg naar het volgende agendapunt vrij snel in slaap viel. Zonde, want op die manier miste ik vrij veel van het Noord-Koreaanse plattelandsleven. Overal waren mensen aan het werk: ze waren aan het wassen in de rivier, ze spreidden grote bergen maïskorrels en paddestoelen uit om te drogen, ze ploegden het land om met een os, ze hoedden kuddes geiten... Genoeg te zien, maar ik miste er een groot gedeelte van. Uiteindelijk schrok ik wakker: we stonden ergens stil, maar het leek nog niet bij een bezienswaardigheid te zijn. Dat was het ook niet. We waren op weg naar een tempel, maar door overstromingen was de weg onbegaanbaar geworden. Dit hadden we wel gehoord, maar we hadden inmiddels ook gehoord dat de wegen weer gerepareerd waren. Helaas, niet dus! Op dit moment was het overal enorm droog en was er eigenlijk haast geen water te bekennen, maar overal op de weg lagen rotsblokken, dus het was nu eenmaal niet anders. Onze gidsen vroegen of we de tempel nog wilden zien; dan zouden we kunnen gaan lopen, dat zou zo'n twintig minuutjes duren. Met m'n slaperige hoofd was me nog niet helemaal duidelijk wat er allemaal gebeurde, dus voor ik het wist begonnen we met het beklimmen van de berg. 20 minuutjes lopen klinkt niet zo heftig, maar wat ze er niet bij vertelden, was dat het dus bergopwaarts was... en grotendeels dus door een droogliggende rivier. Dan stel je je misschien een zandweggetje voor, maar in Korea betekent dat gewoon een berg losliggende stenen. Zoals ik al zei, elke berg die ik bewandel in Korea eindigt op de één of andere manier in zo'n rivier. En als ik dacht dat ík het al zwaar vond... de beide dames liepen allebei op hakken en in mantelpakjes. Dat zal het vast niet makkelijker maken! Af en toe hadden ze inderdaad ook een handje nodig, maar uiteindelijk ging het wel. Toen ik eenmaal fatsoenlijk wakker was, was het eigenlijk allemaal zo erg nog niet: het uitzicht was fantastisch, en het was wel eens fijn om de benen te kunnen strekken. We zitten hier eigenlijk alleen maar in de auto, dus een beetje beweging is ook niet mis! Onderweg kwamen we wat hardwerkende Koreanen tegen die bezig waren de rivier weer vrij te krijgen: blijkbaar werd het water tegengehouden door rotsblokken die daar terecht waren gekomen. Ze dronken water dat uit een pijp uit de bergwand kwam stromen. "Bronwater", zeiden de gidsen. Het was inderdaad lekker fris - zo veel water hadden we niet meegenomen, want dit verwachtten we niet. Vanaf hier was het nog maar een klein stukje naar de tempel. Verrassing! De grote tempel waar we naar onderweg waren, bestond letterlijk uit twee kleine gebouwtjes. De lokale gids die daar woonde wilde nog wel de moeite nemen om er iets over te vertellen, omdat we zo hard ons best hadden gedaan om daar te komen. Het was ooit eens de grootste tempel van Goryeo geweest, maar uiteraard hadden de Jappen weer het één en ander gesloopt. Nu stond er in één gebouwtje een Boeddha met allemaal beeldjes van zijn volgelingen achter hem. De gids vroeg wat onze leeftijd was, en wees voor de grap aan wie van die volgelingen wij zouden zijn geweest. Altijd leuk om te weten, toch! Daarna raakten onze gidsen met de lokale gids in gesprek: hartstikke leuk, maar wij mochten er geen deel van uitmaken. Nadat we een kwartier hadden zitten wachten, kwam Ms. Ri zeggen dat we even pauze konden wachten. Tuurlijk, neem je tijd...

Ach, die tijd hadden ze nodig, want de weg naar beneden viel ze zwaar. Net goed. De tempel was het laatste punt voor vandaag: nu werden we eerst naar het hotel gebracht om onze spullen neer te zetten, en daarna zouden we meteen gaan eten. We waren er al voor gewaarschuwd dat dit hotel van lagere kwaliteit zou zijn dan de andere hotels waar we zijn geweest. Nu is dit een breed begrip - de andere hotels waren wel heel luxe voor ons doen - maar je wordt er toch bang van. Zo vragen we ons bijvoorbeeld af of er wel een douche is. Of dat er een Westers of een traditioneel toilet gaat zijn - toch belangrijk, want je weet toch niet hoe lang je precies gehurkt kan blijven zitten, snap je? Het enige dat we zeker wisten, was dat we op de grond zouden slapen. Dat kennen we al uit Japan, dus dat maakt niet zo veel uit. Gelukkig maakten we ons zorgen om niets: dit was eigenlijk het mooiste hotel waar we tot nu toe hebben gezeten! Ook hier is de omgeving weer spectaculair: het is echt een volledig traditioneel Koreaanse straat. Onze kamer zit samen met die van onze gidsen en de chauffeur aan een schattig binnenplaatsje. Je moet je schoenen uitdoen voordat je op de veranda stapt: binnen ligt een prachtige houten vloer en twee comfortabele matten op de grond. De badkamer was volledig Westers en ook nog eens mooi ingericht. Nee, niets te klagen. Dit keer niet.

Helaas werden we vrijwel meteen weer naar buiten gebonjourd. We liepen het terrein af, onder de fraaie poort door, staken over, en daar zou ons restaurant zijn. Ook dit zag er mooi traditioneel uit, en het rook lekker - helaas hadden onze gidsen twee restaurants door elkaar gehaald, en konden we dus niet hier terecht. We werden weer in het busje gepropt en naar een ander restaurant gebracht, wat er al een stuk minder aantrekkelijk uitzag. We kregen weer een hele balzaal voor ons tweeën: interessante variatie in deze zaal was het karaokescherm en alle neonlichtjes. Lekker rustig eten, zo!
Nu maar eens kijken of onze bedden op de grond net zo comfortabel liggen als ze eruit zien. Welterusten, iedereen <3

Officer Wang: de tegenhanger van de Zuid-Koreaanse Officer Baek.
Kommentare