A Day of Up and Down
- Seoul, South Korea
- Oct 30, 2017
- 12 min read

Seoul is een enorme stad. Een enorm drukke stad, vooral. We hebben het hier over een oppervlakte van 605,52 km², met een bevolking van zo'n 10 miljoen mensen. Even ter vergelijking: de Japanse hoofdstad Tokyo is 2.187,65 km² in oppervlakte en heeft een bezetting van een slordige 13 miljoen. Seoul is dus meer dan drie keer zo klein, maar heeft bijna net zoveel mensen. En als kers op de taart is een groot gedeelte van dat beetje oppervlakte ook nog eens gebergte waar niet gebouwd kan worden. Het daadwerkelijk leefbare gebied is dus nog veel kleiner. Dus aan alle mensen die altijd tegen me zeggen "Nee, ik ga niet naar Japan, want in Tokyo is het me veel te druk": ga dan ook vooral níet naar Seoul! En zal ik er dan nog een laatste schepje bovenop doen? In ons eigen landje van 41.543 km² leven wij met zo'n 17 miljoen buren. En maar klagen dat het zo druk is. Om er een beeld bij te schetsen, zou je kunnen zeggen dat het in Seoul altijd Jaarmarkt is. Het is een tikje overweldigend, maar het mooie van zo'n miljoenenstad is dan weer wel dat er werkelijk altijd iets te doen is. Er zijn ontzettend veel activiteiten en bezienswaardigheden, en alles is nieuw en ontzettend anders dan thuis in Nederland! Maar het is ook chaotisch. Er is zó veel te zien en te doen, dat je het zo af en toe gewoon even niet meer weet. En op zo'n dag stap je gewoon in stadslijntje 3. Onderweg kom je toch wel iets interessants tegen.

Veel haltes zijn het niet geworden: na een haltetje of vijf hadden we onze stop al wel gevonden. Stadslijn 3 reed toevallig dezelfde kant op als dat we gisteren hadden gedaan om bij Korea House te komen, en op die route hadden we een watervalletje gezien die onze interesse wel gewekt had. Gisteren hadden we natuurlijk andere plannen, maar vandaag hadden we alle tijd om hier even uit te stappen. Wat we daarna gingen doen zouden we dan wel weer zien, maar dit was in ieder geval een leuk begin. Een watervalletje, zomaar midden in de stad! Eenmaal uitgestapt bleek de plek nogal parkachtig aan te doen: bij de waterval was een grote fontein geplaatst, en om het riviertje over te steken lag er geen brug, maar een soort van pad van stenen in het water. Alles bij elkaar zag het er enorm gezellig uit! We besloten eerst het water over te steken en daarna op de terugweg een foto van de waterval te nemen. Dat is er niet meer van gekomen, kan ik alvast verklappen; deze plek was namelijk slechts het spreekwoordelijke topje van de (ijs)berg...

Aan de overkant vonden we een aandoenlijk huisje met een waterrad, een display van oud-Koreaanse werktuigen en een bootje ernaast. Ook was er een trap naar boven, maar we konden niet zien waar ie naartoe leidde. Ik twijfelde nog even - ik had immers nog altijd geen goede foto van m'n waterval, maar ik was ook wel heel nieuwsgierig naar wat er boven te vinden was. Ach, het leek gewoon een parkje, dus ik kwam zo nog wel even terug. Hop, de trap op! Het bleek een flinke trap te zijn en hoe hoger we kwamen, hoe beboster het werd. Dat vind ik zo mooi aan de Aziatische steden die ik tot nu toe heb gezien: hoe dichtbebouwd de stad ook is, ze zorgen altijd wel voor plekjes waar je even helemaal vergeet dat je in een miljoenenstad bent! Het was hier ook lekker rustig - tenminste, voor Zuid-Koreaanse standaarden. Zo liepen we even door het serene stukje natuur, met hier en daar een schattig bruggetje, een kabbelend beekje en... muziek? Ja joh, muziek! Niet van ver, maar wel heel zachtjes. Hoe dan? Na wat onderzoek kwamen we erachter dat het geluid uit de stenen kwam. Ja, er liggen hier muziekstenen langs het pad. Alsof je in de Efteling loopt. Maar dan in een natuurgebied. Koreaanse logica, je went eraan. Terwijl we het muziekpad volgden kwamen we bij een driesprong met een wegwijzer. Staat daar nou 'Ansan'? Kijk eens aan, we zijn gewoon per ongeluk de berg Ansan opgelopen! Onze gastbroer Ji Ho had er al wel eens iets over verteld. Ansan is namelijk de 'berg in onze achtertuin': vanaf het dakterras van het huis van mijn gastgezin heb je er prachtig uitzicht op. We hadden 'm wel willen beklimmen, maar we hadden er nog geen datum voor geprikt. Dus ja, nu we er toch zijn...

Eén van de bordjes gaf aan dat er een stukje verderop een kruidentuin was, en ondanks dat het al eind oktober is, zagen we in de verte een hoop kleur. Blijkbaar staan de bloemen nog gewoon in bloei! We liepen ernaartoe en zagen dat de bloemen niet alleen prachtig in bloei stonden, maar dat ze ook nog steeds hordes insecten aantrokken. Bijen en vlinders waren bijzonder druk in de weer. Ik kan daar altijd uren naar blijven kijken! Eén motje in het bijzonder trok onze aandacht; het was namelijk een vrij groot insect dat zich gedroeg als een kolibrie. Heel even waren we in de war; was dit überhaupt wel een insect? We hadden geen van beiden ooit een kolibrie in het echt gezien, en we wisten dat ze erg klein konden zijn, maar... dit beestje was toch echt wel heel klein voor een vogeltje, en het kopje leek toch wel erg insectachtig zo van een afstandje. Maar ja, erg stil zat ie niet, dus echt goed konden we het niet echt zien. Bovendien liet ie maar geen foto's van zich maken, dus dat maakte het niet makkelijker! Een hoop mislukte foto's en een onderzoekje op Wikipedia later kwamen we erachter dat het hier ging om een kolibrievlinder. Zaten we toch in de buurt! Is het geen schatje?

De kruidentuin was een ontzettend fraai aangelegd tuintje, maar de berg had natuurlijk ook wel wat meer rauwe natuur te bieden. We zagen iets dat leek op een pad naar boven, en ondanks dat ik op m'n hakken liep - de enige schoenen die ik mee heb genomen - besloten we het maar eens te proberen. Het begin leek nog wel aardig begaanbaar, maar al snel werden de rotsblokken die het pad leken te vormen steeds groter en grover. Een beetje vreemd voor een wandelpad, maar wees eerlijk, we hebben wel vreemdere dingen gezien in dit land. Ondertussen begon ons de kleine waterpoeltjes tussen de rotsblokken op te vallen, en toen we tenslotte onder een bruggetje door liepen viel eindelijk het kwartje - we liepen helemaal niet op een wandelpad, maar in een droogliggend riviertje! Dat verklaart een hoop. We hadden nu twee keuzes: óf we gingen terug naar beneden om daar alsnog naar een wandelpad te zoeken, óf we liepen verder over de droogliggende rivier en hoopten dat we uiteindelijk ergens op een pad uit zouden komen. Uiteraard kozen we voor het laatste - eigenlijk had het wel wat, dat klimmen. Omdat we regelmatig tegen muurtjes op moesten en we echt wel een beetje moesten klauteren hier en daar, en ik stiekem ook nog wel eens bezweek aan een mini-hartaanval (kennen we die monsterspinnen met hun bijna onzichtbare webben nog? Ja, we lopen nu dus ergens waar normaal niemand loopt ), besloot ik maar om m'n camera zolang even in z'n tasje op te bergen. Het arme ding had inmiddels al genoeg tikken gehad...

Dit ziet er toch gewoon uit als een wandelpad, of niet dan?

Zoals gehoopt vonden we een stuk verder naar boven een punt waar het riviertje en het wandelpad elkaar kruisten, en waar we via een bruggetje weer makkelijk op het 'droge' konden komen. Heel even was het idee om het makkelijke pad te volgen om uiteindelijk weer naar beneden te gaan - maar toen werd onze aandacht getrokken door een smal en steil paadje dat verder naar boven leidde. Ach, even gluren kan geen kwaad! Bovenaan dat paadje werden we verrast door een prachtig uitzicht over de stad. Echt, waanzinnig! We moesten er wel voor tussen de bomen door turen, dus toen we zagen dat het paadje nog een stukje verder liep, waren we benieuwd of er nog een beter uitzichtpunt was. We zagen geen hogere pieken op dat moment, dus we gingen er een beetje vanuit dat we het hoogste punt wel bijna hadden bereikt. Vanaf het dakterras leek de berg immers niet zo hoog. Zoals je inmiddels waarschijnlijk wel kunt raden... dat was niet geval. Wat zijn we toch ook naïef als Hollanders die nog nooit een berg van dichtbij hebben gezien. En deze berg er nog eens walgelijk onschuldig uit ook. Je tuint er keer op keer in; nog één klein stukje, zo groot is ie niet, zo gaat ie goed, zo gaat ie beter... En voor je het weet zit je op 300 meter hoogte. Lolbroek hoor, die berg. Pas op.

Maar ondanks al die grappenmakerij vind ik Ansan echt een geweldige beginnersberg. Tenminste, ik geloof dat dit voor mij de eerste keer is dat ik zelf een berg van voet tot piek heb beklommen, en ik vond het bijzonder goed te doen. Je moet stevig doorstappen; sommige stukken lopen redelijk steil omhoog, dus dat voel je aardig in je bovenbenen, maar het pad blijft vrijwel doorlopend goed bewandelbaar. Zelfs met hakken is het dus blijkbaar prima te doen! Zo'n trip naar de top neemt wel aardig wat tijd in beslag, maar dat wordt goedgemaakt door de omgeving. Het is zeker een wandeling om lekker van te genieten. En zolang die ene voet maar voor de andere gezet wordt, kom je vanzelf een keertje boven! Onderweg hebben we ons om elke nieuwe bocht weer staan vergapen aan het oogverblindend mooie uitzicht over de stad. We hebben keer op keer staan lachen om het aantal fitnessapparaten (op een berg, hoe verzin je het?) en we hebben we genoten van de vogels die in de bomen verstopt zaten. Van het aantal eksters hier word ík in ieder geval ontzettend blij! Maar hoe mooi de wandeling ernaartoe ook is, de grote klapper is natuurlijk de piek zelf. Hoe lang we er precies over hebben gedaan, weet ik niet, maar er kwam uiteindelijk een einde aan de bordjes 'Smoke Signal Station'. Een landingsplaats voor een helikopter, een laatste trappetje naar boven, om het rooksignaalding heen... en wow.

Dit is denk ik de eerste keer deze vakantie dat we de stad zelf echt kunnen zien. Als je er beneden middenin loopt, is het kleurrijk, druk, levendig, en lijkt er nooit een einde aan de gebouwen te komen. Okay, dat laatste lijkt vanaf bovenaf nog steeds zo, maar ik vind het wel grappig om te zien hoe wit en grijs de stad opeens lijkt. Maar wat ook ontzettend opvalt, is dat de stad niet één geheel is, niet een opeenhoping van gebouwen om een centrum heen zoals de meeste steden dat zijn. We hebben ons al die tijd afgevraagd wat nou precies het centrum van Seoul was: alles wat centrum leek te zijn zoals Gangnam, Hongdae, Insadong etc. lagen mijlenver uit elkaar, dus hoe zat dat dan? Nu we een overzicht hadden, werd het antwoord ons duidelijk. Deze metropool hééft geen centrum, want het is geen cirkel. Pas nu zien we hoeveel van de stad eigenlijk uit berg bestaat. Bergen in zo'n grote stad, ik had het eigenlijk niet voor mogelijk gehouden. Maar naast dat we er op één staan, zijn er zo veel meer te zien! Kijk, daar heb je bijvoorbeeld Namsan met de N-Seoul Tower vol in het zicht. De stad is dan ook een soort van tussen de bergen door gebouwd. In plaats van dat er één cluster van gebouwen is, zoals bij elke stad die ik tot nu toe heb gezien, bestaat Seoul meer uit een soort van sliertjes door de valleien die de verschillende clusters met elkaar verbinden. Fascinerend! Grappig hoeveel kleiner de stad er daardoor ineens uitziet. Maar inmiddels weten we wel beter: schijn bedriegt.

Niet alleen de kleine bergen zoals Namsan waren zichtbaar. Waar je echt, écht niet omheen kon, was Bukhansan. Bukhansan is een gigantische berg en een nationaal park met drie pieken ten noorden van Seoul; daar zou ik ook nog heel graag heen willen gaan, maar hij is wel heel intimiderend. Ik hoop dat we er in ieder geval aan toe gaan komen om het nationaal park te bezoeken! Maar om de berg vanaf hier te kunnen zien is ook al fantastisch; het ding is werkelijk immens. Hij lijkt wel even breed te zijn als de stad zelf! Van dit overweldigende uitzicht kan je uren genieten, maar het begon al laat te worden. We zagen dat de zon al onder begon te gaan, en ondanks dat we niet zo veel van bergen weten, wisten we al wel dat we echt niet in het donker naar beneden wilden klimmen. We maakten nog wat lekker foute toeristenfotootjes en begonnen aan onze klim naar beneden; ditmaal aan de andere kant, over een pad dat over een soort van bergrug leek te leiden. Goeie keus of niet? Daar komen we later wel achter.

Ansan: spetterend uitzicht gegarandeerd!

Het begin van het pad leek wat slechter begaanbaar te zijn dan het pad aan de andere kant van de piek, maar het veranderde al snel weer in een echt wandelpad. De zon begon snel te zakken, maar dat leverde enorm mooie uitzichten op: de lucht kreeg een prachtige oranje kleur, waarvan ook iets op de berg af leek te geven. De berg zelf zag er vanaf deze kant een stuk wilder uit, want waar aan de andere kant vooral bos was, bestond deze kant voornamelijk uit rots. Bijzonder, hoe één relatief kleine berg meerdere gezichten kan hebben! Aan deze kant leken ook meer mensen van het uitzicht te genieten, ondanks dat niet iedereen het als een pleziertochtje leek te zien. Het viel ons op hoe ontzettend veel mensen er driftig aan het bellen waren terwijl ze stevig doorstapten. Ik had niet eens door dat je hier bereik had! De berg leek dus meer een podium voor fitnessroutines dan echt een dagje uit voor de lokale bevolking. Ook viel het me op dat ook oudere mensen de klim niet vreesden - ik ken dat fenomeen al wel uit Japan, maar aangezien ik zelf toch regelmatig nog even op adem moet komen, blijft de conditie van die mensen me verbazen. Onderweg kwamen we een stel van middelbare leeftijd tegen dat zich net aan het installeren was op een steen. We zeiden ze gedag, en kregen tot mijn verbazing nog antwoord ook (mensen op straat gedag zeggen is hier níet zo normaal als in Japan) en liepen een klein stukje verder. Terwijl we nog even van het uitzicht stonden te genieten, hoorden we achter ons ineens muziek. En niet uit stenen dit keer! De man die op de steen zat had een mondharmonica uit z'n zak gevist en was er nu heel enthousiast op aan het spelen. Genieten, dit.

De weg naar beneden bleek lang, veel langer dan we hadden verwacht, mede omdat er meerdere wegen bleken te zijn en we niet zeker wisten op welke we nou precies liepen. Het laatste gedeelte bestond ook uit een soort van vlonderpad dat vrij steil naar beneden liep, dus behalve het uitzicht was er niet veel meer aan. Bovendien is een groot nadeel van die natuurgebieden dat er geen eettentjes zitten, maar m'n maag begon inmiddels aardig te rommelen! Na wat aanvoelde als uren stonden we eindelijk weer in bewoond gebied, maar dat betekende niet dat we er al waren. We stonden namelijk nog steeds ver boven de rest van de stad, en er was geen restaurant te bekennen. Sterker nog, we hadden geen idee waar we waren en hoe we bij een metrostation moesten komen, en internet hadden we ook niet. Gelukkig lijken Koreanen een sensor voor buitenlanders in nood te hebben: als je ook maar even met een verdwaasd gezicht om je heen staat te kijken, is er altijd wel iemand die naar je toe komt! In dit geval was het een oudere meneer die zelfs een beetje Engels sprak, en op de vraag "Metrostation?" antwoordde door bij een trap naar beneden te wijzen. Toegegeven, de trap was lang en nogal duister, maar deze meneer zou het wel weten, toch? Nu maar hopen dat dit de laatste klimpartij is.

Gelukkig; al snel kwamen we in een gebiedje met wat restaurantjes, en we doken dan ook maar snel één van de eersten in. Tot grote verbazing van zowel personeel als gasten. Blijkbaar was het een erg lokaal tentje en ondanks dat het aan de voet van Ansan lag waren ze hier niet gewend aan toeristen: met verbijsterde gezichten probeerden ze ons te vertellen dat er geen Engelse menukaarten waren. We probeerden uit te leggen dat dat geen probleem was, maar ze vonden het toch wat vreemd allemaal. Toch wisten we uiteindelijk een kaart los te peuteren, en het leuke van dit soort tentjes is dat ze wat lokalere gerechten opdienen. Zo stond er bijvoorbeeld 머리고기 [meorigogi] op de kaart; de offline translator van Chris vertaalde het als 'hoofdvlees', dus wij gingen ervanuit dat dat hersenen waren. Dat klonk stiekem wel spannend! Ik probeerde het te bestellen, maar om de een of andere reden wilde ze het niet opnemen. Geen idee waarom. Toen ik het daarna met 불고기 [bulgogi; reepjes rundvlees] probeerde, kreeg ik dezelfde reactie. Pardon? Waarom kan ik niet bestellen dan? De serveerster wees wat andere dingen aan op de kaart, maar daar had ik geen interesse in. Ik wilde gewoon wat ik bestelde! Chris kreeg het vermoeden dat het zou zijn omdat het geen hoofdgerecht zou zijn. Nou en, als ik dat wil bestellen, wil ik dat bestellen. Iets anders op de kaart trok me niet aan. Uiteindelijk wilde ze me dan schoorvoetend de bulgogi wel geven. Had dat meteen gedaan met die meorigogi dan, dan had ik gewoon gehad wat ik wilde! Maar helaas, dat ging niet meer lukken. De 부대찌개 [budaejjigae; "Army Stew"] die Chris bestelde was dan weer geen probleem. Heb ík dat. Toen ik m'n bulgogi eenmaal geserveerd kreeg, werd me duidelijk waarom ze het niet wilde geven: het was gewoon niet te hachelen! Maar goed, daar zal ik maar niet teveel over uitwijden. Chris had meer geluk met z'n stoofpotje. Die was namelijk rijkgevuld; hij viste er zelfs een halve krab uit! Het is maar waar je blij van wordt. Ik haal nog wel een pakje chocolade-kaaskoekjes bij de super of zo.
TO BE CONTINUED ♡
Commentaires